Elleboogkrukken Comfort

Onderarmkrukken met een anatomische zachte greep voor goede grip en ontlasten van de druk op de handpalm.

De ergonomische zachte handgreep van deze verstelbare comfort elleboogkrukken, garandeert een goede drukverdeling in de handpalm. Deze verstelbare comfort elleboogkrukken hebben een zogenaamd gesloten manchet, zowel het manchet als de stok van de elleboogkrukken zijn in hoogte verstelbaar om uw comfort te verhogen.

Eigenschappen Elleboogkrukken Comfort

• Worden per paar geleverd.
• Kenmerken Elleboogkrukken Comfort
• Instelbare hoogte tussen grond en handvat: 66 - 89 cm
• Instelbare hoogte tussen handvat en manchet: 23 - 31 cm
• Gewicht: 0.83 kg per kruk
• Kleur Blue metallic en Brons
• Maximum gebruikersgewicht: 100 kg

Lopen en gebruik van elleboogkrukken

Als u rechtop staat met ontspannen, afhangende armen, dienen de pols zich ter hoogte van de handsteunen te bevinden.

Pak de elleboogkrukken beet zonder te knijpen.
Plaats de krukken op schouderbreedte vóór u op de grond.

1. Oefening op de plaats:
Plaats de voet van uw aangedane been tussen de krukken (op 1/3de).
Stap met het goede been tussen de krukken door naar vóór en weer terug naar achter zonder uw krukken te verplaatsen.
Breng uw bekken telkens voorbij uw handen.

2. Voortbewegen met driepuntsgang:
Start: zet steeds uw aangedane been tegelijk met beide elleboogkrukken voor u op de grond (zoals in oefening 1)!
Doorstappen!
Paslengte!
Ritme.
Breng uw bekken steeds voorbij uw handen.
Adem rustig door.
Kijk recht naar voren.

3. Voortbewegen met tweepuntsgang( kruisgang):
Plaats de linker voet tegelijk met de rechter kruk op de grond. Vervolgens de rechter voet tegelijk met de linker kruk, enz.
Vergelijk: Nordic walking.

4. Trap op lopen:
Het goede been eerst op de hogere trede plaatsen (‘naar de hemel’).
Het aangedane been er steeds naast zetten.
Zorg telkens voor twee steunpunten zodra het aangedane been wordt belast.
Tik met de elleboogkruk + beide voeten steeds de volgende trede aan.

5. Trap af lopen:
Het aangedane been eerst naar beneden plaatsen. Het goede been er steeds naast zetten. Dit geldt ook voor het stoep op en stoep aflopen en - in een later stadium - voor het op- en afstappen van de fiets.
Probeer met de hielen langs de volgende trede naar beneden te glijden en tik met de kruk er steeds achterwaarts tegen aan.